de-nuttigheid-voorbij

 

 

 

 

 

 

 

Nico de Fijter en Peter Henk Steenhuis  14/10/16 in Dagblad Trouw

VOLTOOID LEVEN 

In een samenleving die is ingericht op jong zijn is het niet vreemd dat ouderen zich niet gewaardeerd achten, stellen de Denker en Theoloog des Vaderlands. Maar is het antwoord dan ook om dat leven te stoppen?

De medici die aan de verlenging van het leven tot 120, 130 jaar werken, brengen hun plannen als een juichend verhaal            Denker des Vaderlands Marli Huijer

Onze natuurlijke vrienden, die een einde aan het leven maakten, zijn verdwenen. En daaruit, zegt Denker des Vaderlands Marli Huijer, volgt eigenlijk als vanzelf de stap die het kabinet nu heeft gezet en die mogelijk moet maken dat mensen die hun leven voltooid achten, hulp krijgen om dat leven te beëindigen. “Een longontsteking heette vroeger the old man’s friend”, zegt Huijer. Maar nu leven we dankzij de medische wetenschap steeds langer door, ondanks allerlei kankers en hart- en vaatziekten.

“De medici die aan de verlenging van het leven tot 120, 130 jaar werken, brengen hun plannen als een juichend verhaal”, zegt Huijer. “Zij bekommeren zich er niet om dat velen rond de 100 vaak al hun vrienden kwijt zijn, want het is niet zo dat je ineens een hele populatie 120 jaar oud kunt laten worden. Buiten dat krijgen velen op den duur het gevoel alles al tig keer meegemaakt te hebben. Sommige dingen kun je in het leven één keer doen, andere dingen twee of drie keer. Daarna weet je het wel.”

De wens dat het leven klaar mag zijn, zegt de Denker des Vaderlands, komt niet voort uit de natuur, maar uit de cultuur die we zelf hebben gecreëerd. “Die wens begrijp ik goed.” Als de zorgvuldigheidseisen goed geformuleerd zijn en goed worden nageleefd, is wat Huijer betreft de nieuwe stap naar hulp bij zelfdoding een acceptabele stap.

Kwetsbaarheid leren

We moeten leren om kwetsbaar en afhankelijk te zijn en we moeten leren dat anderen kwetsbaar en afhankelijk zijn           Theoloog des Vaderlands Janneke Stegeman

Daarmee zet Huijer, samen met het kabinet, een stap die de commissie-Schnabel niet wilde zetten. Die commissie, onder voorzitterschap van voormalig SCP-voorman Paul Schnabel, concludeerde afgelopen voorjaar dat het niet wenselijk is om de wettelijke mogelijkheden tot levensbeëindiging te verruimen. De commissie oordeelde dat de grote meerderheid van de mensen die hun leven voltooid achten hun leven kunnen beëindigen met behulp van de bestaande euthanasiewetgeving.

De groep die zónder medische oorzaak vindt dat het genoeg is geweest en het leven voltooid acht, is volgens de commissie-Schnabel te klein om daarvoor ingrijpende nieuwe wetgeving te maken. Dat ziet het kabinet dus anders. Volgens het kabinet is er juist sprake van een ‘groeiende wens tot het zelfgekozen levenseinde’, schrijven de bewindslieden in hun brief aan de Tweede Kamer.

Waar Denker des Vaderlands Marli Huijer begrip heeft voor de plannen, is Theoloog des Vaderlands Janneke Stegeman zeer kritisch op het kabinetsvoorstel: “Het is niet zo dat ik per definitie tegen ben. We zitten nu eenmaal in een samenleving die sterk geïndividualiseerd is, waar autonomie leidend is en waar mensen die oud geworden zijn, worstelen met hun afhankelijkheid van anderen. Dan is het onbarmhartig om te zeggen: u moet maar gewoon leren om kwetsbaar en afhankelijk te zijn.”

Maar eigenlijk, vindt Stegeman, is dat precies wat er zou moeten gebeuren: we moeten leren om kwetsbaar en afhankelijk te zijn en we moeten leren dat anderen kwetsbaar en afhankelijk zijn. “En dat moet iets zijn wat je niet pas leert als je echt oud geworden bent.”

Jong zijn is de norm

Ik heb altijd gedacht dat als ik eenmaal 80 ben, dat ik dan een mooi overzicht op het leven heb          Theoloog des Vaderlands Janneke Stegeman

Stegeman heeft er altijd naar uit gezien om flink oud te zijn, vertelt ze. “Ik ben pas 35, dus wat kan ik eigenlijk zeggen over ouderen. Maar ik heb altijd gedacht dat als ik eenmaal 80 ben, dat ik dan een mooi overzicht op het leven heb, dat ik veel heb om op te reflecteren, dat ik wijs geworden ben. Maar ik realiseer me ook dat dat misschien wel een veel te mooi beeld is van de ouderdom.”

Niet alleen omdat ouderdom met gebreken komt, zegt Stegeman, maar vooral ook omdat de waardering voor ouderdom gering is. “De waardering in onze samenleving ligt bij zelfexpressie, bij ontplooiing, bij individuele keuzes, bij jezelf ontwikkelen, bij ertoe doen, iets betekenen. Daar gaat in onze samenleving de aandacht naar uit. We willen autonoom zijn en jong en onafhankelijk. Dat past niet goed met ouderdom.

“Het is logisch dat een groeiende groep ouderen dan denkt dat ze niet meer van waarde zijn. Want dan blijk je hulp nodig te hebben, dan ligt je werkzame leven achter je en ziet niemand je meer staan. Intussen worden mensen wel steeds ouder. Maar hoe doen we dat eigenlijk? Hoe worden we oud en voelen we ons toch nog gewaardeerd, ondanks dat we de tijd van zelfexpressie achter ons hebben gelaten? Daar is helemaal niet over nagedacht.”

Waardering

We moeten erkennen dat het leven een kant kent die moeilijk is en zwaar. Het leven is geen simpel ding                        Theoloog des Vaderlands Janneke Stegeman

En dat zou wel moeten, vindt Stegeman. “Er ligt zoveel nadruk op status, op de dingen die je presteert, op je uitstraling. Dat is in elke levensfase lastig, maar het wordt echt een probleem als je oud bent en datgene wat je status en identiteit verschaft weggevallen is.”

Dat mensen naarmate ze ouder worden, zich overbodig kunnen gaan voelen, herkent Huijer. “Dat je vanaf je zestigste of zeventigste niet meer echt meetelt, zit in onze cultuur ingebakken in de opbouw van de levensloop. Velen houden het nog wel een tijdje vol met een reisje en een hobby, maar de waardering die we allemaal nodig hebben, zou moeten komen van mensen met wie je een verbintenis hebt.”

Zo is het precies, zegt Stegeman. “Een samenleving wordt veel prettiger als we erkennen dat we met elkaar moeten leven.” Dat element ontbreekt volgens haar volledig in de kabinetsplannen. “We moeten erkennen dat het leven een kant kent die moeilijk is en zwaar. Het leven is geen simpel ding. Er is zo weinig ruimte om te zeggen dat je je somber voelt, dat het niet goed gaat, dat je eenzaam bent. Het leven is rommelig en onaf. We moeten ons oefenen in die rommeligheid en het daarover hebben. Over de moeilijke kant van het leven. Ik ben een mens met lek en gebrek. Soms ben ik eenzaam. Soms doe ik dingen die mislukken. Soms weet ik niet hoe het verder moet. Soms ben ik bang. Dat zijn gevoelens en gedachten die iedereen herkent. Maar daar gaat het kabinet gewoon aan voorbij. Voor het kabinet lijkt maar één norm heilig: autonomie. Als we maar autonoom zijn. Maar die bange gevoelens en gedachten hebben toch niks met autonomie te maken? Die zeggen juist dat ik het zelf ook niet allemaal weet en dat ik de ander nodig heb. Ik herken dat ook helemaal niet, dat autonomie een heilig ideaal is, dat het erom gaat dat je zelfstandig bent en altijd je eigen keuzes moet maken. Uiteindelijk leidt dat ook tot eenzaamheid en tot een samenleving die alleen maar uit individuen bestaat. En ik zie aan mijn generatiegenoten dat dat geen samenleving is waar we op hopen. Mijn generatie – ik groeide op in de jaren tachtig – gaat juist graag verbindingen aan.”

Autonoom en eenzaam

We moeten ons druk maken over de vraag: hebben we mensen op die leeftijd werkelijk nog wat te bieden?      Denker des Vaderlands Marli Huijer     

Zo hoog autonomie wordt aangeslagen, ziet Stegeman, zo gering oordelen we over afhankelijkheid. “Afhankelijkheid is in onze samenleving iets ellendigs. Daar ben ik het helemaal mee oneens. Afhankelijkheid is mooi. De notie dat je onafhankelijk moet zijn, is heel hardnekkig en overheersend. Maar het leven krijgt juist waarde in afhankelijkheid, in het samen zijn met anderen. Daarin zit het leven. Het leven zit in het aangaan van wat moeilijk is en dat met andere mensen delen. Er zit dus juist waarde in dat kwetsbare, eenzame, moeilijke leven van ouderen. En tegelijkertijd weet ik dat ik dat met mijn 35 levensjaren eigenlijk helemaal niet kan zeggen. Want je zou maar oud en eenzaam zijn.”

De samenleving zou zich moeten buigen over de vraag of ouderen niet te veel de indruk wordt gegeven dat ze geen enkel nut meer hebben, zeg Huijer. “We moeten ons druk maken over de vraag: hebben we mensen op die leeftijd werkelijk nog wat te bieden? En zo ja, hoe kunnen we dat organiseren? Maar het kan ook zijn dat we die vraag uiteindelijk negatief moeten beantwoorden. Ik zou het prachtig vinden als het zo was dat we in een maatschappij leefden waarin de verschillende leeftijden gemakkelijk mengen en voor elkaar klaarstaan. Maar de realiteit leert ons dat dit niet zo is.”

Maar het gaat niet alleen om wat de samenleving aan ouderen te bieden heeft, vindt Stegeman. “Het gaat er ook om wat de ouderen ons te bieden hebben. We zouden eigenlijk tegen die ouderen moeten zeggen: wees ons tot last! Het kabinet zegt dat het barmhartig is dat mensen hun leven kunnen beëindigen als ze het voltooid achten. Maar dat is helemaal geen barmhartigheid. Barmhartigheid – een bij uitstek christelijk begrip, overigens – gaat juist tegen de stroom in. Barmhartigheid is de moed om te zien wat we liever niet zien. Het is moedig om te zeggen: die kwetsbaarheid, dat tekort, dat hoort ook bij het leven, dat mag er zijn.”