Marieke Boon laat ouderen vertellen over huis & thuis.
Het leek mij vooraf een behoorlijk ambitieuze opdracht van Stichting Zaaigoed: met deelnemers aan een Groen doet Goed uitstapje in gesprek over het begrip thuis. Zou dat wel lukken met ouderen met dementie die op een gesloten afdeling wonen? Achteraf fietste ik ontroert naar huis. Tijdens het knutselen was het gelukt om met alle deelnemers contact te maken. De omgeving, de knutselspullen, de liedjes die we gezongen hebben, de bloemen op tafel hielpen daarbij.
Thuis, wat is dat? Wat maakt dat je je ergens thuis voelt? Dat je je fijn voelt, geborgen en op je gemak. Dat is voor alle deelnemers anders spreekt uit de verhalen.
Wat ik leerde op deze ochtend en uit het op papier zetten van de verhalen die ik hoorde van de deelnemers is dat je thuis voelen te maken heeft met jezelf herkennen in waar je woont. Als dat wat bij jouw geschiedenis past, bij jouw karakter terug te vinden is in je huis, dan geeft dat een gevoel van thuis.
Mijn naam is Marieke Boon, sociaal uitvinder, hieronder een kleine impressie van de gesprekken die ik met de ouderen heb gevoerd:
Mw. Kaagman Met mekaar
Mevrouw vertelt dat zij geboren en getogen is in Bovenkarpsel. “Toen ik naar Haarlem verhuisde en in de Amsterdamse buurt zou gaan wonen zeiden mensen tegen mij dat het zo’n volkswijk was en dat ik dat beter niet kon doen”. “Maar ik ben toch zelf ook volk” grapt mevrouw gevat. En ze vertelt hoe heerlijk ze het er vond. Het goed hebben met mekaar, met je buren en je buurt; dat is belangrijk vindt zij. “We hielpen elkaar en we deden het met mekaar. Ik ging met de kinderen van de hele buurt naar de speeltuin. En dat eten met dat vuur erbij. O ja een barbecue. En we gingen altijd met een hele club naar het Wed. Dat was zo heerlijk”. Ook het samen dingen oplossen met haar man komt veel terug in haar verhaal. Klussen, schilderen, alles zelf doen. Je eigen huis naar je zin maken. Om zich nu thuis te voelen is het voor mevrouw Kaagman belangrijk om een eigen plek te hebben die je zelf een beetje naar je zin hebt kunnen maken. En vooral om daarnaast onder de mensen te kunnen zijn. Koffie drinken, met mekaar erop uit (het liefst naar het Wed), rummikub spelen. De nacht duurt voor haar heel lang voor mevrouw. “Dan ben ik alleen met mijn hoofd vol gedachten”.
Mevrouw Meiboom Vrij als een vogel
Voor mevrouw Meidoorn is muziek belangrijk om zich thuis te voelen. “Ik ben zingend geboren. Kunnen zingen heeft mij altijd blij gemaakt. En als ik zing dan zing ik alles weg”. Mevrouw vertelt me over het koor en de operette waar ze in zong. En thuis heeft ze ook altijd gezongen. Nu mist ze dat. Ze ervaart niet de vrijheid om te kunnen en te mogen zingen, “Ik ben opgesloten en dan kan je niet meer zingen, dan denken ze dat ik gek ben. Als we het later over wonen en over geluk hebben vertelt mevrouw over de vakanties vroeger. “Een caravan, dat is goddelijk. Je eigen huis bij je en zelf weten waar je heen gaat. Als het druk op de weg was gingen we ergens uitrusten en een broodje eten”. Gewoon bij de caravan. En mevrouw vertelt ook: ik ben gek op groen. Ik wil erop uit.
Mijnheer van Hetem De regels van de club
Indië is het mooiste waar ik ooit geweest ben vertelt mijnheer. En hij vertelt mij trots over zijn werk als chauffeur van een kapitein in het leger. “En er waren regels en binnen die regels was je vrij”. Nu in Reinaldahuis vindt hij het ook het fijnst dat er regels zijn en dat je daarbinnen vrij bent. Het lijkt op politie werk vindt hij. En dat is een fijne club om bij te horen.
Jo Houniet Huiskamer
Ik kom uit een groot gezin vertelt mevrouw mij. “Ik sliep op één kamer met mijn zusjes. Levendig vertelt ze mij hoe ze vroeger allemaal in de huiskamer waren. Iedereen was dan met z’n eigen ding bezig bijvoorbeeld met huiswerk of met iets knutselen of met sokken stoppen en tegelijkertijd waren ze samen. Nu vindt ze dat ook fijn. “Tekenen vind ik fijn”. En ze legt uit dat ze dat graag ergens doet waar er ook andere zijn ipv alleen op haar kamer. Dat je af en toe met elkaar zingt of een praatje maakt maar ook lekker bezig kan zijn. Zij met haar tekening. En de anderen met hun eigen dingen.
Mevrouw Groffen Een beetje kunnen sudderen
Mevrouw is geboren en getogen in Haarlem. Ze is tevreden zegt ze. Ze heeft geen bijzondere wensen. “Waar houdt u van” vraag ik haar. “Wat maakt u blij”? Langzaam komen de verhalen. Over het kamperen vroeger. Met haar man en haar kinderen. En wat ze ook fijn vindt is een beetje studderen. Vroeger in haar huisje en haar tuintje. En nu eigenlijk nog. Niet dat ze heel netjes is of steeds wil schoonmaken maar een beetje rommelen in huis. Dat vind ze fijn. Spulletjes weer een beetje anders neerzetten bijvoorbeeld.
Mevrouw Hermus Thuis in herinneringen
Mevrouw hoeft niet lang na te denken als ik haar vraag wat haar blij maakt. Lekker eten, dat is heel erg belangrijk voor haar. En lekker snoepen, en samen lekker eten. En gezelligheid bij het eten. Mevrouw komt uit een gezin met vijf kinderen, zij is de jongste en het enige meisje. Haar vier grote broers komen vaak terug in haar verhalen, net als haar ouders. Heeft u foto’s van hen in huis vraag ik haar. Nee dat hoeft niet, want ze woont nog thuis vertelt mevrouw. Bij haar vader en moeder. En ze helpt haar moeder graag met het huishouden. Het is prachtig om te zien hoe stralend mevrouw vertelt over het huis van haar ouders en de geborgenheid die uit haar verhalen spreekt.